Niet Ajax 1, maar Bulgarije en Roemenië: “Ik ben geen opgever”

Foto: Niet Ajax 1, maar Bulgarije en Roemenië: “Ik ben geen opgever”

Shaquill Sno heeft aan den lijve ondervonden dat een opleiding bij Ajax niet garant staat voor een vlekkeloze carrière in het topvoetbal. Je kunt zijn naam terugvinden in opstellingen met Donny van de Beek en Matthijs de Ligt, maar zijn pad leidde niet naar Manchester of Turijn. De rechtsback speelde in Noorwegen, Roemenië en Bulgarije, waar hij lijnrecht tegenover boze bestuurders kwam te staan. “Maar ik laat me niet zo makkelijk intimideren”, vertelt Sno aan SoccerNews.

Interview met transfervrije verdediger Shaquill Sno

De carrière van Shaquill Sno (28) staat momenteel even op pauze. De verdediger keerde in juli terug naar Nederland, nadat zijn contract bij het Roemeense CS Mioveni afliep, en wacht op een nieuwe uitdaging. In het begin was dat wachten nog comfortabel, maar daarna vloog de tijd snel voorbij. “Het liefst sta je elke week op het veld. Dat wil iedere voetballer”, vertelt Sno. “Ik heb achteraf te lang gewacht met het kiezen van een club. Ik liet aanbiedingen uit Azerbeidzjan, Roemenië en Armenië links liggen, omdat ik hoopte op wat beters. Ik speelde afgelopen seizoen bijna alles in Roemenië. Dan ga je er niet vanuit dat je vervolgens een half jaar thuis zit.”

Bang dat hij niet meer aan de bak komt, is hij niet. De vorige keren dat hij geen club had, kwam het altijd goed. Daarnaast is hij overtuigd van zijn eigen kwaliteiten. “Ik weet wat ik kan. Als je elf jaar in de jeugd van Ajax speelt, heb je de beste opleiding van Europa gehad.” Wanneer Sno in Amsterdam op straat een potje gaat voetballen, wordt hij nog altijd herkend als ‘die jongen van Ajax’. “De jongens uit de buurt hebben me lang niet zien spelen. Nu ben ik even terug en zien ze me weer. Dan wordt Ajax altijd wel even naar boven gehaald. Ik heb daar een groot deel van mijn leven meegemaakt. Daar ben ik dankbaar voor. Veel jongens zouden dat ook willen.”

Pech bij Ajax

Topfaciliteiten, leuke toernooien, tripjes in het buitenland, kampioenschappen en vriendschappen. Sno kijkt met veel plezier terug op zijn tijd bij Ajax. “Ik had wel het besef dat het bijzonder was, maar het werd ook normaal. Je gaat gewoon elke ochtend naar de club. Nu weet ik: dat is niet voor iedereen weggelegd. Ik heb toch iets goeds gedaan. Maar ook weer niet, want het laatste stapje ontbrak.” De geboren Amsterdammer had de pech dat hij in de A’tjes geblesseerd raakte en een operatie aan zijn knie moest ondergaan. “Op dat moment werden de stuivers verdeeld. Ik stond geblesseerd aan de kant en de focus ging op andere jongens. Ajax had veel goede rechtsbacks, zoals Ricardo van Rhijn, Kenny Tene, Leeroy Owusu en Damil Dankerlui. Die hadden niet dezelfde historie met blessures als ik. Het was slechte timing, want ik kreeg nooit de boodschap dat ik niet goed genoeg was.”

Zijn concurrenten pakten de kansen die ze kregen en werden beloond met contracten. Sno heeft zich erbij neergelegd, maar vraagt zich toch wel eens af wat hij beter had kunnen doen. “Ik had op dat moment bijvoorbeeld geen zaakwaarnemer die voor mij bezig was met de club. Die mij kon begeleiden en ervoor kon zorgen dat ik in beeld bleef. Ik was wel benaderd, maar ik wist niet hoe belangrijk dat was. Als ik het terug kon draaien, had ik dat anders gedaan. Maar het is gelopen zoals het is gelopen.”

Sno aan de bal tijdens een jeugdwedstrijd bij Ajax.

Twijfels

Het werd duidelijk dat zijn toekomst niet in Amsterdam lag, maar Sno mocht van Ajax op de club revalideren van zijn blessure. Dat duurde nog anderhalf jaar. Een moeilijke periode voor het jonge talent. “Ik had momenten dat ik twijfels had of het goed zou komen. Het was lastig om gemotiveerd te blijven. Maar ik heb nooit gedacht aan opgeven. Dat zit niet in mijn karakter. Ik ben geen opgever.” En dus ging hij na zijn herstel op zoek naar een nieuwe club. “Daar heb ik een verkeerde keuze gemaakt door niet direct bij FC Utrecht te tekenen. Ze kwamen heel snel, maar ik wilde mijn opties afwachten. Ondertussen werd ik geopereerd en ging Utrecht verder kijken. Daarom heb ik twee jaar zonder club gezeten. Totdat ik de kans kreeg bij Almere City. Vanuit daar heb ik alles weer op de rit gekregen.”

Tot een debuut bij Almere City kwam het niet, maar bij Telstar kon Sno eindelijk beginnen aan zijn wedstrijden in het profvoetbal. Eerst op amateurbasis, daarna met een contract en vervolgens kwam de kans om naar Noorwegen te gaan. “Die heb ik meteen gepakt. Het leek mij goed om op het hoogste niveau te spelen. Alles was er top geregeld, misschien wel beter dan in Nederland. Dat maakte de aanpassing in het buitenland makkelijk. Het was een goede eerste stap, want in Bulgarije en Roemenië zag het er heel anders uit.”

Intimideren

Lokomotiv Plovdiv haalde Sno vlak voor de Conference League-wedstrijd tegen FC Kopenhagen naar Bulgarije. Hij trainde twee dagen mee en mocht meteen spelen. Een veelbelovend begin, maar doordat het team niet draaide, moesten in de winterstop ineens alle buitenlandse spelers vertrekken. “Ze hadden problemen met het budget en wilden ons wegpesten. Toen begonnen de spelletjes.”

“Ik heb dagenlang de trappen in het stadion op en af gelopen. Ze wilden me kapotmaken in de hoop dat ik mijn contract zou ontbinden. Maar de voorwaarden die ze boden, lagen ver af van wat ik voor ogen had. Ik werd een paar keer op kantoor geroepen, waar ze probeerden me te intimideren en met stemverheffing praatten. Dan ben je bij mij aan het verkeerde adres. Ik schrik echt niet van die dingen. Als ze me weg wilden hebben, moesten ze met een goed aanbod komen. Dat deden ze na twee weken. Toen heb ik eieren voor mijn geld gekozen, want een half jaar niet spelen is niet goed voor je cv.”

Als jongen uit de Bijlmer liet Sno zich niet zomaar bang maken. “Ik ben wel wat gewend. Het is niet zo dat de Bijlmer onveilig is. Iedereen gaat goed met elkaar om. Maar het is wel anders dan opgroeien in een gemiddeld dorp. Op straat moet je je mannetje staan en van je afbijten. Anders lopen anderen over je heen. Dat geeft je een bepaalde vechtersmentaliteit en discipline mee. Daar had ik in deze situatie wat aan, maar ook in het voetbal zelf. Ik ben voor geen enkele tegenstander bang. Laat maar komen.”

Vertrouwen

Met datzelfde vertrouwen wacht Sno op zijn volgende club. “Ik heb inmiddels genoeg ervaring om te weten hoe het voetbal werkt. Ik ben nog net zo snel als vroeger en heb de techniek van de Ajax-school. Maar ik hoef mijzelf hier niet te verkopen. Ik laat het liever zien. Als ik de kans krijg, zal ik er staan.”

Een Nederlandse club zou Sno zeker overwegen, maar hij ziet meer kansen in het buitenland. “Ik weet dat ik het aankan, maar clubs in Nederland nemen liever een jongen die al ervaring heeft in de Eredivisie. Competities als Roemenië en Bulgarije staan niet zo hoog aangeschreven, maar dat zijn goede plekken om te voetballen. Mijn pad is door blessures en verkeerde keuzes niet zo gelopen als bij andere jongens van Ajax, maar ik klaag er niet over. Ik doe nog steeds wat ik leuk vind en krijg ervoor betaald. Als morgen de juiste club belt, ben ik zo weg.”

Verdient Sno een kans in de Eredivisie?

  • Ja, hij heeft genoeg ervaring.
  • Lastig om in te schatten.
229+ Votes

Lees meer

Deel op sociale media:

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn, deel deze inhoud niet met minderjarigen | Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie